Bureaudiscriminatiezaken heeft een monitor laten ontwikkelen waarin de veiligheidsgevoelens van homoseksuele mannen, lesbische vrouwen en biseksuelen werden getoetst. Afgelopen juli werden de uitkomsten bekend gemaakt: een deel van de Zoetermeerse doelgroep voelt zich ten minste soms en in bepaalde situaties niet veilig vanwege de seksuele voorkeur. Een deel heeft ook vervelende ervaringen meegemaakt en een deel past het gedrag wel eens aan om negatieve reacties te voorkomen. GroenLinks vindt dat iedereen zich veilig moet voelen in Zoetermeer, daarom heeft de fractie schriftelijke vragen gesteld aan het college.
In de monitor van Bureau Discrimnatiezaken komen vier aspecten aan bod: de respondenten, de veiligheidsgevoelens, het meldgedrag en de veiligheidsgevoelens per gemeente. In Zoetermeer is 22% van de LHB-inwoners zich het afgelopen jaar minder veilig gaan voelen. 56% geeft zelfs aan dat er specifieke locaties binnen de gemeente zijn, waar het onveiligheidsgevoel zeer hoog is. Ruim 24% wordt wel eens uitgescholden of lastiggevallen op straat.
Schriftelijke vragen
GroenLinks schrok van deze uitkomsten. Mannen moeten hand in hand kunnen lopen met mannen en vrouwen met vrouwen, zonder zich zorgen te hoeven maken over hoe de omgeving erop reageert. Alle discriminatie en pestgedrag moet worden bestreden, dus ook wanneer dit op basis is van seksuele voorkeur. Om de situatie in Zoetermeer te veranderen, heeft de fractie schriftelijke vragen aan het college gesteld. Hierin wordt onder andere gevraagd naar de mogelijkheden die het college ziet om het melden van discrimatie makkelijker en toegankelijker te maken. Daarnaast vraagt de fractie of het college bereid is om minimaal één keer paar jaar een evenement te organiseren, waarbij tolerantie rondom homoseksualiteit centraal staat. Het college wordt verder verzocht op scholen meer aandacht te schenken aan homoseksualiteit.
Er moet iets veranderen. Wij strijden voor een betere uitkomst van de volgende monitor!