Al jaren - en sinds vorig jaar echt - gaat jeugdzorg, of jeugdhulp, bijna alleen nog maar over geld. Dat moet echt anders. Innovaties, investeringen en échte oplossingen blijven zo uit. Kreten als ‘kinderen krijgen nu gewoon teveel jeugdhulp in onze gemeente’ (als oorzaak van de overschrijdingen van de budgetten) zijn daarnaast totaal ongefundeerd - en zelfs gevaarlijk. Je zult maar ouders of een jongere zijn die hulp nodig heeft, en dat ergens lezen.
Er is inmiddels geen enkele gemeente meer in Nederland die uitkomt met het geld dat we krijgen van het Rijk voor jeugdzorg. Miljarden komen we tekort. In Zoetermeer moeten we daarom binnenkort zeer pijnlijke beslissingen nemen. Zoals misschien het sluiten van bibliotheken en niet meer investeren in cultuur. Ook ongelooflijk belangrijke ingrediënten trouwens, voor diezelfde kinderlevens.
Het Rijk legt gelukkig nu wel geld bij, zo is vorige week bekend gemaakt. En daar zijn we blij mee. Het is alleen volstrekt onvoldoende. Meer en structureel geld voor jeugdzorg is hard nodig. Het Rijk mag dit niet bij gemeenten dumpen en het ze verder maar laten uitzoeken. Onderzoeken zijn toegezegd en moeten ook zeker gebeuren. Maar als aanvulling en als zoeken naar oplossingen, niet als doekje voor het bloeden.
Het is heel duidelijk waar de tekorten vandaan komen. Gemeenten kampen immers nog steeds met de gevolgen van de bezuinigingen van het Rijk in 2015 op jeugdzorg. De jeugdzorg kwam toen naar gemeenten toe (goed idee!) maar zonder uitleg hoe je jeugdzorg ‘even doet’ als gemeente. We zijn als gemeente geen zorgverzekeraar of kinderarts, maar moeten dat inmiddels wel bijna zijn om een beetje mee te kunnen praten in dit domein. Ook kwam de jeugdhulp naar gemeenten zonder een goed systeem van inkoop, tracking van kinderen en jongeren en wat ze nodig hebben of resultaatsturing. De jeugdhulp kwam onze kant op zonder afspraken over marktwerking of met wat mandaat om grenzen te kunnen stellen aan wat jeugdhulpaanbieders mogen. En de jeugdhulp kwam wél met een fikse ‘korting’. Want: dit gaat geld opleveren. Uit diverse onderzoeken is gebleken dat je in zo'n overgang en verandering van een zorgsysteem (transitie én transformatie) eerst vele jaren moet investeren als overheid. In kennis, in systemen, in de toegang, in inkoopstrategiën en ga zo maar door. Gemeenten moesten dus veel meer doen voor veel minder geld dus. Er waren veel mensen die hiervoor waarschuwden in 2014 en eerder. Helaas hebben die mensen gelijk gekregen.
En nu zijn we hier, in 2019. En kunnen we haast alleen nog maar over tekorten op jeugdhulp praten en sluitende begrotingen. Ik ben nu een jaar wethouder Jeugdzorg en bijna in ieder overleg gaat het over geld en hoe we kunnen zorgen dat het minder geld kost. 'Het' is dan zorg voor kwetsbare kinderen. Met ADHD, leerachterstanden, vechtscheidingen, in adoptiegezinnen en met aandoeningen. Die kinderen dus. De kinderen (en hun gezinnen) voor wie ik als wethouder zo graag iets wilde betekenen.
Vanuit de kramp waar we nu in zitten, gaat het alleen nog maar over geld. Terwijl het moet gaan over kwetsbare kinderen en jongeren en wat zij nodig hebben. Als gemeente zorgen wij graag voor onze kinderen en jongeren. Ook ik wil weten waarom zoveel kinderen zoveel dure hulp nodig hebben en hoe ik ze beter kan helpen. En uiteraard werken we als gemeente Zoetermeer op dit moment ook hard aan minder (dure) jeugdhulp. Maar alleen als dat kan. Want kinderen gaan voor geld.
Jakobien Groeneveld (wethouder Jeugd, Zoetermeer)