GroenLinks bestaat 30 jaar. Het leek ons leuk om eens in de Zoetermeerse geschiedenis te duiken. Daarom zijn verschillende mensen met een GroenLinks-achtergrond geinterviewd. Dit gesprek is de derde in een reeks.

“Ik heb eens voorgesteld dat de dienstauto van de burgemeester werd ingeruild voor het paard van de gemeentesecretaris”, zegt Rob Snel lachend. Hij was van 1992 tot 1995 raadslid voor GroenLinks, kort nadat CPN, PSP en PPR daarin waren opgegaan.

Door Cees Veltman

“Eind jaren ‘70 ben ik in Groningen, waar ik sociologie studeerde, actief lid geworden van de PSP. Ik heb daar aan allerlei antimilitaristische acties deelgenomen. Dat was heel actueel want er werden Amerikaanse munitiedepots aangelegd, onder andere in Ter Apel waar nu het asielzoekerscentrum is gevestigd. In ’83-‘84 heb ik vervangende dienstplicht vervuld waardoor ik tijdelijk in Zoetermeer kwam wonen. Ik kwam in aanraking met de Vredeswerkgroep en nog andere actieve clubjes in Zoetermeer. In 1985 ging ik in Den Haag werken en kwam definitief in Zoetermeer wonen. Ik werd secretaris van de PSP en later van de in GroenLinks samenwerkende partijen. Daarna was ik vanaf 1990 commissielid tijdens Ton Pothoven als raadslid. Hem heb ik in 1992 tussentijds opgevolgd, eerst als eenmansfractie, later na de verkiezingen in 1994 met Marianne van Veenendaal erbij.

In het nieuwe college van burgemeester en wethouders kwamen we in 1990 nog niet maar we hadden een gedoogsteunconstructie bedacht. We waren het op veel punten wel eens met het nieuwe college, maar we waren mordicus tegen het milieubeleid en de plannen voor het bebouwen van de Meerpolder aan de noordkant van de stad. In ruil voor de gedoogsteun zijn die plannen van tafel gegaan. Dat was een heel mooie overwinning. Eind 1995 werd het raadlidmaatschap me te zwaar naast een volledige baan en ben ik ermee gestopt. Ik kon de motivatie niet meer opbrengen, maar tot die tijd heb ik het altijd vreselijk leuk werk gevonden. Ik ben wel raadscommissielid gebleven tot 2000.

We hebben steeds het groene karakter van Zoetermeer onderstreept. Ik geloof daar nog altijd in, want dat groene karakter is een van de grote aantrekkelijkheden om hier te wonen. Er is veel groen in de stad, maar ook rond de stad. Het gaat niet alleen om parken, maar ook om bomen langs doorgaande wegen en sloten met groene kanten. Dat heb je godzijdank hier best veel. Zoetermeer is een van de meest groene steden van Nederland, zo is het aangelegd. Houden zo dus!

Te klein

Zoetermeer is vrij snel tegen zijn gemeentegrenzen aangelopen. Dus iedere keer kwam er druk op de gemeenteraad om in te stemmen met het inruilen van parken voor huizenbouw. Dat is gelukkig toch altijd niet gebeurd. In het stadshart is wel gekozen voor veel hoogbouw en urban villa’s van 3, 4 of 5 hoog overal in de stad, maar erg volgeplempt met bouw zoals je in Den Haag en Delft ziet, is het bij ons gelukkig niet geworden. Dat is wel een constante strijd geweest hoor. Dat is niet vanzelf gegaan.

Ja, nu wordt ook wel meer gebouwd binnen de bebouwing. Het is iedere keer hetzelfde liedje. Zoetermeer is te klein ja, maar ook enorm veranderd. Toen ik in 1985 hier kwam, was Zoetermeer een overwegend heel jonge stad met heel jonge gezinnen. In de wijk Rokkeveen - de grootste van Zoetermeer - waar ik nu al dertig jaar woon, heb ik dat goed kunnen volgen. Een jaar of vijf geleden zijn hier bijna alle basisscholen gesloopt omdat er geen jonge kinderen meer wonen. Op die plekken en waar verlaten winkels, kantoren en bedrijven hebben gestaan, worden nu huizen of urban villa’s met appartementen erin, gebouwd. Op die manier probeert de gemeente toch nog wat huizen in te breien. Dan gaat er geen groen verloren.

De gemeentegrenzen uitbreiden? Dan kom je richting Pijnacker tegen de kassen, het Balijbos en het Delftse Hout aan. Dat wil je niet. Je wilt juist die groene zones in stand houden. Dat geldt ook richting het noorden met Zoeterwoude en het Noord-Aa en richting het oosten met het Bentwoud. Ook met de komst van de hogesnelheidslijn en de wijk Oosterheem heb je die kant op een barrière. Wat blijft dan over? Nieuwbouw voor oudbouw en een klein beetje verdichten zonder de groene zones echt aan te tasten. Maar zo gaat er weer een trapveldje verloren voor woningbouw of parkeerplaatsen. Dat soort strijd hebben we helaas toch wel regelmatig moeten verliezen.

Te streng beleid

We hebben ons als GroenLinks ook altijd druk gemaakt om de allerzwaksten, de minima en de minst draagkrachtigen. Wij wilden dat er fatsoenlijk met die mensen werd omgegaan want Zoetermeer was vrij snel met het invoeren van een vrij rigoureus antifraudebeleid. Je was bij voorbaat verdacht als je een uitkering had. Tot eind 2000 heb ik daarmee als commissielid te maken gehad en met de afbraak van het welzijnswerk. Het was voortdurend vechten om de nadelige effecten van dat strenge beleid te verzachten of maatregelen uit te stellen. Soms lukte dat, maar meestal niet, want de collegepartijen vormden gewoonlijk een gesloten front waar we niet tussen kwamen. In die tijd was de oppositionele SP wel heel groot, ik geloof met z’n achten in de raad, nu nog maar met 1, maar wij hadden met onze kleine fractie meer invloed dan de SP. We hadden geen macht, maar er werd wel naar ons geluisterd. Aan latere colleges hebben we, totdat Jakobien kwam, nooit meegedaan als GroenLinks.

Samenwerking met de PvdA? Dat lag er erg aan wie er fractievoorzitter was. Zeker in de periode dat ik in de raad zat, was – hoe raar het ook klinkt – de PvdA vaak het meest conservatieve deel van het college. Zij gingen het verste mee met bezuinigingsplannen van de VVD. Dan had je als GroenLinks soms meer aan D66 of de SGP. Die partijen kon je wel aanspreken op milieudoelstellingen of zorg voor de zwakkeren. Daar hoefde je bij de PvdA bijna niet mee aan te komen, want die wilde alleen maar dat de gemeentefinanciën op orde waren.

Dat laatste wilden wij natuurlijk ook wel. Wij kwamen steeds met een alternatieve begroting. Daarin werd ook bezuinigd, maar op andere dingen, zoals alles wat met representatie, dure snoepreisjes en dienstauto’s te maken had. Als je daar de begroting op doorspitte, kwam je vaak op heel forse bedragen. Bijvoorbeeld door te bezuinigen op de stadspromotie via evenementen die burgemeester Luigi van Leeuwen wilde. Van hem moest alles groot, groter en grootst, zoals de Wereldruiterspelen naar Zoetermeer halen. En die miljoenen moesten dan uit de gewone gemeentebegroting worden betaald. Daar werd bij wijze van spreken de bibliotheek voor opgeofferd, dat soort grappenmakerij. Dan moesten we echt flink tekeergaan om die dingen tegen te houden.

Ik heb zelfs voorgesteld de dienstauto van de burgemeester af te schaffen, een bezuiniging van een halve ton. Ik wist toevallig dat de gemeentesecretaris een paard had en suggereerde dat de burgemeester het paard zou bestijgen voor zijn dienstreizen. Dat was natuurlijk brullen in de raad. De dienstauto bleef, maar ik haalde er wel publiciteit mee voor GroenLinks. Een beetje de boel opstoken, dat heb ik altijd met veel plezier gedaan.

In mijn laatste jaar als raadslid heb ik voorgesteld de enorme risicoreserves van het grondbedrijf – de exploitaties van de stadswijken – zo’n 30 miljoen – deels aan te spreken voor de gemeentebegroting. De begroting van het grondbedrijf is ongeveer even groot als de gemeentebegroting, ongeveer 350 miljoen euro. Dat werd eerst radicaal afgewezen, maar het is later toch gedaan en zo konden bezuinigingen van tafel gehaald worden. Dat was een leuk succes. Ja, nu moet er weer worden bezuinigd vanwege de hogere kosten van de jeugdzorg. Het lijkt me dat er opnieuw kan worden gekeken naar onnodige versiering van de gemeente, zoals dure evenementen.

Ik ben een jaar of tien geen lid meer geweest van GroenLinks, omdat ik het radicaal oneens was met het beleid van mijn opvolgers en ook omdat ik kritiek had op de landelijke partij, onder andere vanwege de steun aan de Kunduz-missie, maar sinds vorig jaar ben ik weer lid geworden, mede omdat Jakobien het zo goed doet in het college en de fractie in de raad ook.”