'Ik woon sinds 2008 in Zoetermeer, eerst in Palenstein, nu in Driemanspolder en dat is prima. Er is veel groen en het station is dichtbij. Alles wat je nodig hebt, is er. Wat heel Zoetermeer betreft wil ik graag meer plek voor groen en voor jongeren. Voor kinderen zijn meer groen en speelplaatsen nodig. Voor jongeren meer fitnessapparatuur in parken. Ook door corona is de neiging sterker geworden om binnen te blijven en zijn ze het vaak gewend geraakt om achter de laptop te zitten. Ze moeten meer mogelijkheden krijgen om buiten actief te zijn, zonder hangjongeren te worden genoemd.
Een van de sterke punten van Zoetermeer is dat het een diverse stad is. Dat zie je als je door de stad loopt: allerlei verschillende mensen. We hebben een goed winkelcentrum, het Stadshart. Zoetermeer is prima bereikbaar binnen de Randstad, maar dat is tegelijk een zwak punt. In hoeverre willen we de centrumfunctie van de stad voor de omgeving uitbreiden? Ten koste van wat? Kijk bijvoorbeeld naar de gratis parkeerplaatsen, gratis of de eerste twee uur gratis om even snel te komen shoppen. Is dat de juiste manier om meer mensen naar Zoetermeer te lokken? Ik stoor me daar een beetje aan, want is het niet beter om vooral voor fietsers aantrekkelijk te zijn en ons meer bewust te zijn van de natuur om ons heen? Voor onze gezondheid is het evenmin goed om te veel in de auto te zitten.
Een zwakker punt van Zoetermeer is ook dat we te afzonderlijk van elkaar leven. Ik heb liever dat we als stad meer activiteiten organiseren zodat we meer samenkomen, ook in de wijken. Soms zijn die activiteiten er wel, maar wordt er weinig bekendheid aan gegeven. Na de sluiting van buurtcentra, hebben we geen plekken gecreëerd waar jongeren naar toe kunnen gaan. Sommigen gaan uit verveling narigheid opzoeken. Er is niets te doen, behalve misschien naar het Stadshart gaan, zoals ik zelf deed toen ik een jaar of 18 was. We komen er niet met ‘huizen van de wijk’ met een tafel, stoelen en een koffieapparaat. Zo simpel werkt het niet. Er moet van alles omheen georganiseerd worden, ook voor ouderen trouwens.
Wat het meest op het spel staat in Zoetermeer, maar het is ook een landelijk gebeuren, is de manier waarop we met elkaar omgaan. We zien verharding en verruwing. Daar erger ik me aan. We moeten meer oplossingen bedenken voor problemen, preventief te werk gaan en niet achteraf reageren met straffen en mensen voor van alles uitmaken. Een tijdje geleden was er een plan om gezinnen met jongeren die in Oosterheem overlast veroorzaakten, verplicht te laten verhuizen naar andere wijken. Daarmee straf je hele families. Daar los je problemen niet mee op. Mensen die zich afgewezen voelen, moedig je zo niet aan om mee te doen in de samenleving. Tegen dit soort plannen zou ik in de gemeenteraad graag een tegengeluid laten horen.
We moeten juist meer gelegenheid bieden voor ontmoeting. Als dat lukt, zullen we ontdekken dat we veel meer op elkaar lijken dan we nu denken. Dat moet wel georganiseerd worden en daar heb je mensen voor nodig. Ook om mensen te kunnen helpen met administratie bijvoorbeeld. Daar zou ik graag aan willen meewerken.'