“Ik ben in Zoetermeer geboren en woon nu in Driemanspolder. Die wijk bevalt me goed, lekker in het groen, centraal en goed bereikbaar met openbaar vervoer. Voor heel Zoetermeer valt er zeker nog genoeg te verbeteren. Ook voor mij persoonlijk vind ik het belangrijk dat jongeren meer betrokken worden bij het gemeentelijke beleid, bijvoorbeeld voor het organiseren van activiteiten voor jongeren. Het buurthuiswerk is zo goed als weg en dan gaan jongeren hangen, zich vervelen. En opeens zijn ze criminelen, in de beeldvorming.
Rotterdam en Den Haag lopen, denk ik, wel twee stappen voor op Zoetermeer. Daar hebben ze grote buurtnetwerken en enthousiaste jongerenwerkers. Dat is zeker voor jongeren die van economisch mindere huize komen, belangrijk. Zo krijg je een betere leefomgeving voor jongeren. Maar die instellingen moeten het doen met gemeentesubsidie en zijn dus gelimiteerd in wat ze kunnen doen. Maar neem de gemeente Westland. Die heeft een jongerenraad die gevraagd en ongevraagd advies geeft over zaken die jongeren aangaan, zoals sportverenigingen, woningbouw en plekken waar jongeren met elkaar kunnen afspreken en samen iets kunnen doen. Richt die eens op in Zoetermeer. GroenLinks heeft daarover al een paar keer een motie ingediend, maar die heeft het net niet gehaald, al is er dus wel draagkracht voor. Met zo’n raad geef je jongeren meteen een gezicht. Nu wordt er wel over jongeren gepraat, maar zolang er geen gezicht is, is het makkelijk praten. Als je iemand moet aankijken, moet je beter uitleggen waarom je iets zegt of doet.
Wat huisvesting van jongeren betreft is Zoetermeer goed op weg in Palenstein dat helemaal is herbouwd, maar we hebben meer sociale huurwoningen en jongerenwoningen nodig. Je moet al gauw 850 euro per maand betalen voor een gemeubileerde kledingkast, qua oppervlak. Zo hou je de jongeren niet in de stad. Ze trekken nu weg naar steden in de buurt.
Zoetermeer doet het in de regio in het algemeen niet slecht op dit terrein, waardoor andere partijen zeggen: nu is het de beurt aan andere gemeentes, zoals Pijnacker-Nootdorp dat veel minder sociale woningbouw kent. Dat is een verkeerde houding. Daar zitten wij bovenop. Ook vragen we aandacht voor de starters die voor een koopwoning niet zomaar 4 ton kunnen lenen.
Zoetermeer zit op veel gebieden aan zijn grenzen. In theorie bestaat er wel een mogelijkheid de gemeentegrenzen uit te breiden, bijvoorbeeld richting Lansingerland, maar ik vind het niet voor de hand liggen om veel grond te gaan bijkopen. Het lijkt me verschrikkelijk duur en het lijkt me ook niet de juiste manier om meer huizen te bouwen. Je moet niet de ene gemeente een stuk kleiner maken voor de andere gemeente. Dat is niet altijd even netjes. Door meer samenwerking tussen gemeenten kunnen we al veel problemen oplossen, onder andere als we straks de ZoRo-lijn hebben. Dan krijgen we een stuk betere verbinding met Rotterdam. Dan maak je het ook voor jongeren gemakkelijker om in Zoetermeer te komen wonen.
We zullen dus de hoogte in moeten met de bouw. Daar hebben jongeren geen probleem mee. Ik woon zelf op achthoog. Ik geniet van het uitzicht! Hoogbouw kan niet overal in Zoetermeer. In ieder geval moeten mensen er meer bij worden betrokken. Tot nu toe is er altijd kritiek op het gebrek aan inspraak van de betrokken buurten. Je kunt niet iedereen tevredenstellen, maar hier is nog een wereld te winnen.”